Deze maand mocht zoonlief op controle gaan bij professor Bullens. Hij heeft zich heel goed gehouden aan het pseudo-allergeenvrij dieet. Zo konden wij in de daaropvolgende periode achterhalen op welke voedingsstoffen zijn lichaam reageert.
Bij Robin zit het hem vooral in rode dingen. Ik kan hem dat niet kwalijk nemen maar da’s een lang verhaal 😉 Met stip op 1: rode kleurstof. Daar reageert hij heel uitgesproken op. Ketchup, Fristi, Kidibul, geverfde eieren met Pasen en andere dingen staan alleen op het menu als er de dagen nadien niks speciaals op het programma staat. Eet of drinkt hij iets waar rode kleurstof in verwerkt is, dan zwelt in zijn neus één en ander op. Het doet hem onophoudelijk snoeven en moeilijk ademen. Gevolg: verstoorde nachtrust met ‘s anderendaags prikkelbaar humeurtje en moeite om zich te concentreren. Na 2 à 3 dagen is het weer voorbij.
Voorts reageert hij op verse tomaten (niet op bliktomaten), aardbeien en frambozen met zekerheid. Van enkele andere voedingsmiddelen zijn we niet 100% zeker. Het gekke is ook dat hij de ene keer meteen allergisch reageert en de andere keer pas nadat hij er meer dan een normale portie van eet. Er is bijvoorbeeld een verschil tussen vleestomaten en kerstomaten merkbaar. Hoe onnozel de nuance kan zijn, voor hem betekent het een wereld van verschil.
Het stuit vaak ook op onbegrip uit de omgeving, zo een voedselallergie. Niet negatief bedoeld hoor. Maar het is moeilijk om uit te leggen dat Robin bijvoorbeeld wel een aardbei kan eten, maar dat hij er geen 5 mag hebben. Of dat hij wel tomaten uit blik verdraagt maar geen tomatenketchup. Volgens de prof is dit allemaal perfect normaal. Elk allergeen heeft zijn eigen drempel vanaf wanneer ie getriggerd wordt.
De controle was heel positief. Zolang alles stabiel blijft, moeten we niet terug gaan naar Gasthuisberg. Merken we dat de reacties veranderen of dat hij plots op andere dingen begint te reageren, dan is het tijd om nog eens een afspraak te maken. Ze vertelde wel dat voedselallergieën meestal wel van blijvende aard zijn. Het is niet iets waar je zomaar ‘uit groeit’.
Voor ons is het een geruststelling nu we weten waar Robin op reageert en dat de reactie niet levensbedreigend is. We laten hem soms zelf de keuze of hij iets wil eten waar hij allergisch aan is of niet. We leggen dan telkens goed uit dat hij dan enkele dagen last gaat hebben. Zondag dronk hij bij oma en opa bijvoorbeeld een beker Fristi, dat heeft hij tot en met vandaag mogen uitzweten.