18u50: de kinderen hebben net hun pyama aan en mogen nog 5 minuutjes tv kijken voor ze naar bed gaan. Plots gaat de bel. Een vriendelijke man vraagt of ik tijd heb voor een gesprek over het leven. Eigenlijk niet. Wat is dat toch met die Getuigen? Alle respect voor die mensen, hoe ze zich dagelijks inzetten om hun geloof aan de man te brengen. Ik zie het weinig christenen doen. Mààr… Het lijkt wel of die een controlekamer hebben waar voor elk huishouden geregistreerd wordt welk nu net het meest ellendige moment is om aan te bellen. Hierdoor heb ik nog nooit de kans gehad om op mijn gemak de dialoog eens aan te gaan.
De man had begrip voor mijn situatie. Hij overhandigde me een brochure om te lezen met het vriendelijk verzoek er ook eens heel goed over na te denken. Ik ben dan zo een brave kwezel die die taak ook ter harte neemt.
Leuke titel, trekt de aandacht. Marketeers weten dat baby’s, sex en dieren altijd scoren dus de coverfoto zit ook goed. En dan een retorische vraag. Hier moet ik dus de rest van de avond over nadenken.De Getuigen weten van aanpakken.
Je weet toch niet hoe lang je kan leven? Je kan dat zelf beslissen maar dat vergt veel moed. Ook al is het voor velen een laffe ‘oplossing’, het vergt moed om jezelf het hoekje om te helpen en er nog in te slagen ook. Ik zou mezelf niet van kant kunnen maken denk ik. Ik vind niet dat ik zomaar mag beslissen over leven en dood.
Euthanasie
Euthanasie is dan nog net iets anders in mijn ogen. Terecht komen in een vegetatieve toestand met nihil kans op verbetering wens ik niemand toe, ook mezelf niet. Ik wil mijn naasten niet tot last zijn. Dan mogen ze me een spuitje geven. Net zoals dat bij dieren gebeurt. Of zoals het achter hoek en kant bij bejaarden gebeurt in ziekenhuizen en RVT’s. Jaja, taboe maar noem een kat nu eens een kat hé zeg.
Zelfzorg
Als ik genoeg aandacht besteed aan zelfzorg, is de kans reëel dat ik een respectabele leeftijd bereik. Ik kan dan mijn kinderen zien opgroeien, met wat geluk komen er op een bepaald moment ook kleinkinderen. Als ik dat mag meemaken, ben ik een tevreden mens. Ik heb niet de behoefte om 150 jaar te worden. Ik hoop waardig te kunnen verouderen. Geen dementie, geen Parkinson, liefst ook geen kanker of andere aandoeningen. Zelfstandig kunnen eten en drinken tot de laatste maaltijd, helemaal alleen pipi en kaka op het toilet kunnen doen tot het laatste moment. Dat hoop ik.
Overmacht?
Zelfzorg is echter niet voldoende. Ook de omgeving moet me laten leven. Er zal maar eens een vliegtuig op mijn hoofd terecht komen bijvoorbeeld. Dat kan ik niet vermijden door dagelijks 6 porties fruit en groenten te eten. Dan kan ik me de vraag stellen waarom dat vliegtuig net nu en net op mijn hoofd terecht moet komen. Ofwel werd dat door hogerhand bepaald, ofwel is er een duidelijk aanwijsbare oorzaak. Moet ik daar nu echt over nadenken? Het resultaat zal hetzelfde zijn: je kan me dan bij elkaar vegen.
Het grote moment
Als ik zou mogen kiezen hoe ik sterf, dan zou het pure rock ‘n roll zijn. Na een geweldig feestje met mijn naasten en echte vrienden met een voldaan gevoel vermoeid in bed kruipen en niet meer wakker worden. Gewoon, de stekker er uit trekken. Basta. 2 seconden en gedaan. Geen doodsstrijd en van die toestanden. En weten dat mijn naasten en vrienden hun laatste herinnering aan mij een leuke herinnering is.
Recyclage
Zo denk ik er momenteel over. Ik heb me trouwens enkele jaren geleden laten registreren als orgaandonor. Ze mogen alles wat ze kunnen gebruiken van me hebben. Als het maar iemand kan helpen. Of als het de wetenschap kan helpen, dan ben ik ook al tevreden. Ik zou wel even terug opstijgen uit de hel om van mijn oren te maken als mijn longen naar een roker zouden gaan of als mijn lever naar een alcoholist verhuist. Dat zou ik zonde vinden. Maar daar beslis ik op dat moment helaas niet meer zelf over.