Onze dochter van 6 kan het u haarfijn uitleggen. Zondagnamiddag vertrok ze met veel goesting naar haar allereerste scoutskamp, samen met grote broer. Ze heeft hyperlakse gewrichten maar ik vulde het deze keer niet in op de medische fiche. ‘Anders gaan ze haar misschien extra voorzichtig behandelen en we willen dat ze net als de anderen kan ravotten en gek doen.’ Had ik het toch maar ingevuld…
Nog geen 24 u nadat we onze kinderen afzetten op kamp, ging de telefoon. De scoutsleiding… Dan weet je dat er iets aan de hand is want die bellen niet voor een prul. Onze dochter was bij het spelen gevallen en slecht neergekomen. Daardoor had ze haar elleboog uit de kom. Vanop de dienst spoedgevallen belden ze met de vraag of de dochter onder verdoving gebracht mocht worden om het gewricht terug goed te zetten of dat ze ginds op ons moesten wachten. Wetende dat het een goed uur rijden is eer je er bent, gaf ik toestemming om meteen voort te doen. Hoe langer de dokters moeten wachten om het gewricht te zetten, hoe meer de spieren er rond verstijven wat de behandeling bemoeilijkt. Op zulke momenten komt mijn EHBO-kennis goed van pas.
We lieten alles vallen en vlogen naar Noord-Limburg. Wij arriveerden net toen ze van het operatiekwartier kwam. Daar lag ons hummeltje dan, in een operatieschort in een veel te groot bed met een gips tot boven haar elleboog. Zielig dat ze keek zeg, het ging recht door mijn hart.
Leiding en personeel bestoeften haar dat ze zo een flinke meid was. Niet geweend in het ziekenhuis, niet in de rolstoel willen gaan zitten en alles flink ondergaan. Ik herken er het karakter in van mijn grootvader zaliger. Je pijn verbijten zodat de vijand niks merkt. Never surrender zoals het een para betaamt.
Enkele uren later mocht ze het ziekenhuis verlaten. De verdoving was nog niet helemaal uitgewerkt. Hoewel ze helder van geest was, zwalpte ze nogal fel. Zo liep ze los tegen een muur op de dienst spoedgevallen. We konden haar nog net op tijd weg trekken. We reden met haar naar de kampplaats om haar spullen op te pikken en even met een bezorgde grote broer te praten. Ook daar was haar evenwichtsgevoel duidelijk nog niet wat het moest zijn. Nog enkele uren later ging een uitgeputte dochter met een dosis pijnstilling naar bed.
De dochter zegt dat ze geen pijn heeft aan haar elleboog. Ik merk wel dat ze zich moet aanpassen aan haar gewijzigde balans. Die gips is een extra gewicht aan haar arm waar ze aan moet wennen. Ze is met andere woorden ook vandaag tegen de vlakte gegaan. Ze leert dat haar zwaartepunt nu tijdelijk anders ligt…
Omdat het arme kind amper iets kan doen, hebben we vandaag veel gebratst op haar vraag. Zo leert ze ook dat ze zich niet moet schamen voor een pijntje. Als moeder steekt het wel om de blikken van anderen te zien. Oké, ze ziet er vreemd uit met haar gips en draagverband en nog meer doordat ze vol uitslag staat door de haartjes van de processierups die in het Limburgse rond vliegen. Maar daar kan zij zelf toch niks aan doen?
In elk geval: wij zijn de leiding van het scoutskamp dankbaar voor hun adequaat handelen en de manier waarop ze met de situatie zijn om gegaan. Ook het personeel van het ziekenhuis heeft onze dochter heel goed opgevangen en verzorgd. Het doet pijn als je weet dat je dochter zoveel kilometer verder in het ziekenhuis ligt af te zien. Maar wetende dat ze in goede handen is, verzacht het leed op dat moment wel.