Elk jaar op 31 oktober voltrekt zich in onze contreien een prachtig fenomeen. De Oost-Indische Kloefkapper (Latijnse naam: Lompius Kattius des Vadsius), al 22 jaar met uitsterven bedreigd, trekt zich dan terug om te beginnen aan de jaarlijkse broedperiode. Ornitologen overal te lande liggen met hun verrekijker in de aanslag klaar bij de deur van de slaapkamer. Eens de klok 15u48 slaagt, gaat er bij de Oost-Indische Kloefkapper een innerlijk belletje rinkelen. Gestaag sleept hij zich naar boven voor zijn jaarlijkse plicht: het uitbroeden der sokken.
Heel het gedoe met spoken en pompoenen laat hij noodgedwongen aan zich voorbij gaan om zijn plicht te volbrengen. En het is begot een zware opgave. Alles begint met de selectie van het nest. Niet te groot, niet te klein, sokken van de juiste homo sapiens selecteren en op kleur leggen: het hoort er allemaal bij. 44 dagen lang broedt hij elke dag van zonsopgang tot zonsondergang op zijn buit. Als het regent, mag hij volgens zijn geloof even zijn gevoeg gaan doen en iets eten. Waarna de plicht weer onverbiddelijk roept.
Af en toe wordt het hem allemaal te machtig en maakt hij een vreselijk angstaanjagend geluid (voor vogels toch). Dat is het sein voor de homo sapiens des huizes om de Oost-Indische Kloefkapper wat morele steun te bieden. Een aai over zijn bolletje volstaat vaak al om hem weer tot rust te brengen. Bij deze zeldzame vogelsoort is het bovendien een mannentaak om het nest permanent te bewaken. De vrouwtjes hebben ondertussen de tijd van hun leven. Ze spelen en ravotten dat het een lieve lust is. Af en toe gaan ze eens kijken bij het nest of alles nog in orde is.
Ondergetekende had vandaag de unieke kans om op de gevoelige plaat vast te leggen hoe de Oost-Indische Kloefkapper begint aan zijn jaarlijkse broedperiode. Misschien moet ik eens mailen naar Animal Planet of National Geographic? Happy Halloween 🙂