Na het werk verzamel ik de kroost voor de rit naar huis. In de auto luisteren we naar ‘Hotel’ van Moby. Onderweg hoor ik vaak boeiende conversaties. Bijvoorbeeld…
Kind A: ‘Mama, weet je wat ik zo schattig vind aan Mooie Meid? Allez, alles is schattig aan haar hoor maar weet je wat ik het schattigst vindt? Haar mini-tandjes.’
Kind B: ‘En ze heeft zo van die keimooie oogjes. Maar ze is wel helemaal grappig en schattig.’
Mooie Meid lag van al dat gevlei te genieten in haar maxi-cosi. Ik was stiekem ook wel fier dat ‘mijn groten’ zo stapelzot zijn van hun babyzus.
En toen kwam kind C droogjes te zeggen: ‘Die lijkt op Voldemort.’
Aarzelend zei ik: ‘Wablieft?’
Bleek ie het te hebben over Moby. Ik kon mijn baseballknuppel dus terug opbergen 🙂