Dankzij de zoon heb ik weer iets bijgeleerd. Het kind las gisteren in de vakantie-opvang een stripverhaal van Kiekeboe: Het Witte Bloed. Allemaal goed en wel, niks aan de hand tot het tijd was voor bed. Tig keren kwam hij terug naar beneden om me vragen te stellen over wit bloed. Hij had zelfs gezien dat zijn arm, die op zijn hoofdkussen met zwarte kussenhoes lag, nogal wit was. Dat betekent zeker dat hij ook wit bloed heeft! Grote paniek en veel tranen!
Ondanks zijn 7 levensjaren kroop hij maar wat graag op mijn schoot om even tot rust te komen. Hij heeft wel degelijk rood bloed. ‘Kijk maar eens naar de aders op je hand, die zien blauw. Dat betekent dat er rood bloed in zit.’ (kinderlogica is op dat moment een vergiftigd geschenk) ‘Misschien bestaan er dieren met wit bloed, maar dat weten we niet. Alleszins zullen ze zich niet in onze buurt bevinden.’ Nog wat huilbuien later leerde ik hem een trucje om het witte bloed uit zijn hoofd te krijgen.
Dat werkte wonderwel zodat hij ergens tussen 21u en 22u in slaap viel. Zijn eerste vraag vanochtend: ‘Mama, heb je al opgezocht of er dieren bestaan met wit bloed?’ Marcel Kiekeboe, ik vervloek u! Wikipedia leerde ons dat ijsvissen die leven onder zeer lage temperaturen wit bloed hebben. Een zuurstofdragende stof blijkt niet nodig te zijn aangezien er al genoeg zuurstof opgelost kan worden in het bloedplasma.
Er bestaan zelfs beesten met roze, groen of zelfs blauw bloed. Dit had ik allemaal niet geweten als zoonlief dat stripverhaal van Kiekeboe niet gelezen had. Ouders, laat je kind gerust stripverhalen lezen. Onrechtstreeks steek je er zelf ook nog wat van op. Morgen vraag ik in de opvang wel dat ze zoonlief een album van Jommeke in zijn handen duwen als hij wat wil lezen 😉