Iedereen herinnert zich waarschijnlijk nog wel de brief van Timmeke aan zijn ouders, een kettingmail die in onze jonge tijd gretig rondgestuurd werd om de ontvangers ervan aan het lachen te krijgen. Dit jaar kregen wij zoiets in ’t echt. De 2 oudsten van het nest gingen een week op kamp. Benieuwd bezocht ik af en toe de Facebookpagina van de vereniging waar ze mee weg waren. Een groepsfoto waar de 2 koters op stonden stelde me gerust. Ze stonden er allebei op dus ze waren nog ginds en er waren geen zichtbare letsels of gipsverbanden te bespeuren. Het was ooit anders.
Nadat ik hen uitwuifde, schreef ik gemotiveerd mijn ‘ik mis jullie’ – kaartjes zodat ze die zeker tijdig zouden aankrijgen.
Hetzelfde gebeurt aan de andere kant van het land: onder het toeziend arendsoog van de kampbegeleiders schrijven de kinderen naarstig hun obligate ‘het is hier leuk en het eten is lekker’ – briefjes. Normaalgezien.
Halverwege het kamp zit een eerste briefje in de bus. Bijna een blad vol, we waren fier dat onze oudste zoveel moeite deed. En inderdaad: lekker eten, leuke spelletjes, toffe begeleiders, alles super. Enkele dagen na het kamp arriveerde de brief van onze dochter van 8. 2 vellen had ze nodig voor haar quasi perfect geschreven reisverslag. Ook daar een goednieuwsshow. 2 zinnen priemden los door mijn ogen en deden me beseffen dat het een goede zaak is dat haar brief niet eerder toekwam:
‘onze kamer is een rotzooi’
‘Ik heb een tattoo in mijn nek’
*zucht* Maar stiekem toch ook wel fier op haar schrijftalent 🙂