In dit huishouden wordt veel gekookt. Zowel De Wederhelft als ik kokerellen met plezier. Als de gelegenheid zich voordoet, zijn we druk in de weer met kookboeken, boodschappenlijstjes en het verzamelen van de nodige attributen. Niet moeilijk dat een mens na verloop van tijd op dieet moet dus. We zijn hier trouwens gezegend met een Bourgondisch nageslacht. Eén en ander zal waarschijnlijk wel met elkaar te maken hebben. Maar toch… Af en toe zet ik ook eens luiewijvenkost op het menu. Dan duik in de diepvriezer, leg de stukken Eoraptor en dodo aan de kant en haal er wat overschotjes uit.
Vandaag was zo een dag. De Wederhelft bevond zich rond etenstijd ergens tussen Amsterdam en de heimat. De kinderen waren balorig, dat gebeurt wel meer op het einde van een drukke schoolweek. Het gaf me weinig speelruimte om met messen en pannen aan de slag te gaan. Met 3 vermoeide kleuters is samen gezellig tafelen een uitdaging. De keuze was dus rap gemaakt toen ik in de diepvriezer aan het snuisteren was: lasagne, succes gegarandeerd! Eigenlijk had ik er ook wel zin in. Garfield indachtig, zag ik me al volgevreten in de zetel hangen met de zapper in mijn handen. Zo een avond zou het worden.
Tot het etenstijd was. De 3 vermoeide kleuters veranderden in uitgehongerde aasgieren. Als loslopend wild vlogen ze op hun bord, er nog net op tijd aan denkend dat wij een soort zijn die eet met bestek. Lijdzaam keek ik toe hoe wat ik dacht dat mijn portie lasagne was, als sneeuw voor de zon verdween in heu… nee. Geen schattige kleuterbuikjes maar bodemloze sterfputten! Mja, alles voor de kindjes, ze moeten immers nog groeien.
Na het eten mogen ze even tv kijken. Strak plan An, dan kan je toch nog stiekem iets anders uit de diepvriezer halen voor jezelf. Als lammetjes vleien ze zich neer in de zetel, zetten hun verstand op nul en kijken naar Nick Jr. Perfect! Ik zet me aan tafel met een heerlijke portie macaroni met ham en kaassaus. Ik ga even niet vermelden dat ik probeer te diëten. De kleinste steekt zijn neus in de lucht en kijkt rond. Ik probeer nog mijn arm voor mijn bord te zetten maar het is te laat. Hij heeft het gezien. In een wip zit hij in zijn eetstoel naast me te blinken.
‘Nu een hapje voor Japper mama.’
‘Zou je dat wel doen jongen, je hebt net véél lasagne gegeten.’
‘Ikke lust da mama, ik eet da ook appeliet?’
Lap! Hij weet het goed genoeg, die oogjes doen het hem elke keer opnieuw. Ik deel gedwee mijn macaroni met de kleinste. Achteraf bekeken moet ik hem dankbaar zijn. Anders had ik weer grandioos te veel naar binnen gestouwd. Dan zou ik morgenochtend weer boos op mezelf geweest zijn na mijn ontmoeting met de weegschaal. Maar toch. Volgend weekend staat hier opnieuw lasagne op het menu.