Gonzo en Wilma zijn binnenkatten. De ene is een vadsige luiaard wiens neus kapot is, de ander is een traumakatje. Ze voelen zich hier goed bij ons. Allez, dat leiden we af uit hun gedrag, ’t is niet dat ze ons dat komen vertellen. Sinds de verhuis zit ik te denken om hen af en toe eens buiten te laten. Dan kunnen ze in het gras liggen genieten van het zonnetje, achter vlinders aan zitten, door een stel rosse mieren in hun bips gebeten worden, …
Ze kunnen dan ook door een auto overreden worden, vergiftigd worden door een duivenmelker, er kan een komeet op hun hoofd vallen of ze kunnen gewoon van de aardbol verdwijnen. Daar denk ik liever niet aan eigenlijk. Ik zou hen eerder de buitenwereld willen laten ontdekken in hun eigen belang. Wij starten hier binnenkort namelijk met grote verbouwingswerken. Het lijkt me voor hun stresslevel dan beter dat ze overdag een wandeling kunnen gaan maken dan dat we ze sommige periodes overdag in een kamertje moeten opsluiten.
Vandaag kreeg ik veel tips en bezorgde reacties over het buiten laten van binnenkatten. Ik ga er met mijn wederhelft eens over vergaderen en dan zien we wel wat we doen. Ik vind het niet natuurlijk dat een kat, het symbool van onafhankelijkheid en zelfstandigheid, een leven lang opgesloten moet zitten. Niet dat ik de indruk heb dat onze poezels iets missen of dat ze het ons kwalijk nemen. Gelukkig maar!
Als u me nu wilt excuseren, ik kreeg net 2 klauwen in mijn onderrug. Vrij vertaald: ‘Mens, wil je nu eindelijk eens in de zetel komen zitten en over mijn buikje wrijven!!!!’