In het rijtje ‘conversaties op de achterbank’ kan deze weer tellen. Het begaafde blondje des huizes wist me vanochtend te verrassen. 6 oogjes keken vanaf de achterbank toe hoe ik de ruiten van de auto ijsvrij maakte. Ik stap in met verkleumde poten zodat ik hen naar school kan brengen. Achter me hoor ik een fijn stemmetje…
‘Mama, ruimtewezens bestaan echt hè?’
De oudste kan zich niet bedwingen: ‘Da’s ni Heleen, die zijn nooit echt!’
Omdat ik weet dat Heleen niks zomaar zegt, besluit ik naar haar redenering te vragen. ‘Waarom denk je dat Heleen?’
‘Da’s toch waar hè mama, want die maken de ruiten van je auto weer schoon!’
Ik kon nog net op het tipje van mijn tong bijten en antwoordde met een uitgestreken gezicht dat die dingen die de ruit schoon maken een andere naam hebben. Voor een keer nam ze vrede met die uitleg. Mijn grijze massa ging echter in overdrive.
Hoe cool zou dat zijn? Ruimtewezens die op afroep ‘swmoesj’ naar je auto gedingest komen, de ruiten proper maken en ‘swmoesj’ weer wegzoeven?! Hebben die dan elk een eigen specialisatie? Doen die van Jupiter bijvoorbeeld enkel achterruiten? Worden vrachtwagens en andere grote voertuigen uitbesteed aan Mercurius? En het ellendige werk: de binnenkant? Wordt dat verzorgd door een lageloonplaneet als Venus?
Mijn pret kon al helemaal niet meer op toen ik arriveerde op het werk. Ik ging namelijk naar een studievoormiddag en daar mocht ik een dienstvoertuig voor gebruiken. Ik was aan de late kant dus ik spurtte de parking op en zag… een collega die de ruiten van mijn dienstwagen ijsvrij aan het maken was 🙂 Ik heb hem uitvoerig en gemeend bedankt maar kon een smile van oor tot oor niet onderdrukken. Da’s helemaal niet beledigend bedoeld want ik doe mijn hoedje af voor de personen die dit dagelijks voor hun collega’s doen zonder dat hen dat gevraagd wordt. Maar in mijn hoofd zag ik… een ruimtewezen…