Ik ben de trotse mama van een driekoppig kroost. Ze zijn nu 6/4/3 jaar oud. Allemaal zijn ze blond. Ik vermeld het even in de rand, u kan dat belangrijk vinden. Gans het gezin is nogal bourgondisch aangelegd. We zijn daar erg blij om. Gans het gezin beschikt ook over een behoorlijk levendige fantasie. Dat levert soms gezellige taferelen op. Vooral als je het bourgondische aspect gaat verbinden met de ongebreidelde fantasie des huizes. Om u een idee te geven…
Dag 1:
‘Mama, wat gaan we vandaag eten?’
– ‘Pasta met balletjes in tomatensaus van Samson en Gert.’
Ze waren in hun nopjes want dat moest wel lekker zijn (ik vind het niet te vreten maar soit, De Wederhelft en ik hadden onszelf een stukje eend beloofd). Toen kregen ze de bokaal in de mot waar Samson en Gert vrolijk op prijkten. Het begon nogal echt te worden. Een half uurtje later toverde ik hun feestmaaltijd, waar ze zo naar uitgekeken hadden, op tafel. Als beloning kreeg ik 3 bedremmelde snoetjes. Ze keken naar hun bord, naar elkaar, terug naar hun bord, naar de keuken. En toen, uit het niets:
‘Mamàààà, zitten Samson en Gert echt in die saus?’ Ik zou het niet erg vinden als dat het geval was maar heb hen toch maar uitgelegd dat die saus niet gemaakt is VAN Samson en Gert maar DOOR Samson en Gert. Studio 100 mag me bij deze een job aanbieden.
Dag 2:
Gonzo en Wilma krijgen hun ontbijt gepresenteerd. 2 maal daags krijgen ze elk 30 gram droge brokjes. De dierenarts vindt dat voldoende voor 2 lamlendige binnenkatten. Wij hadden katten als huisdier nog voor er kindjes uit mijn buik floepten dus ze hebben het nooit anders geweten. Maar nu, de dag dat Samson en Gert ergens ter hoogte van hun dikke darm rondzwierven, viel hen iets op:
‘Mama, eten poezen ook mensen?’
Oh God, wat heb ik gemist?! Onderzoekend bekeek ik Gonzo. Die bekeek me met een arrogante blik. “‘t Is dat het nogal zwaar op de maag blijft liggen, anders had ik die herrieschoppers al lang opgevreten.” Komaan onnozel kattenbeest, wat heb je weer uitgespookt??? “Niks. Nog niks.” *zucht*
– ‘Waarom vraag je dat jongen?’
‘Er liggen botjes tussen de brokjes van de poes.’ Argwanend kwam ik dichterbij. Gonzo aanschouwde het tafereel en zat zich te verkneukelen op zijn krabpaal.
– ‘Dat zijn geen echte botjes jongen, dat zijn brokjes die de vorm hebben van een botje.’
Dag 3 (we eten één of ander exotisch vleesgerecht):
‘Mama, bestaan kannibalen echt?’ Ik kijk met een vernietigende blik naar Gonzo die ‘toevallig’ net dan eens kucht.
Jah, daar zit je dan. Je mag je kindjes geen angst aanjagen maar liegen is ook niet netjes.
– ‘Ja hoor, die bestaan echt.’
‘Zijn wij ook kannibalen?’
– ‘Nee jongen, wij eten geen andere mensen op.’